Het werk van journalisten wordt er door internet en sociale media niet altijd gemakkelijker op. Vroeger begon de lezer bij het ontbijt vrijwel blanco aan de krant, nieuwsgierig naar wat er allemaal in de wereld was gebeurd. Zoals hij ook blanco naar de dokter ging die hem wel zou vertellen wat eraan scheelde.
Die tijd is voorbij. De moderne patiënt stapt, gewapend met informatie van internet, de spreekkamer binnen. En de hedendaagse lezer weet al, voordat hij de krant openslaat, wat er ongeveer in de wereld is gebeurd, of hij denkt het te weten. Hoe dan ook, hij zit boordevol vragen. Vragen waarop ‘zijn’ krant antwoord moet geven.
Hoezeer de lezer is veranderd, bleek mij weer uit de reacties op mijn vorige column, over het wel/niet noemen van de afkomst van de verdachten. Ze waren teleurgesteld dat de krant geen helderheid had gebracht in de verwarrende informatie die via tweets, blogs en websites over hen was uitgestort.
Of wist de krant soms niet dat het team van de verdachten kickbokslessen kreeg via de voetbalclub? En was het team van de verdachten nu wel of niet al eerder in de fout gegaan? En hoe kan het dat niemand de grensrechter te hulp was geschoten? Dat de krant er niet over schreef, betekende volgens deze mailers dat de krant informatie achterhield, ofwel dat de krant zijn werk niet goed deed.
In werkelijkheid trokken de verslaggevers al deze informatie na. Maar wat niet klopte of waar ze niet zeker van waren, schreven ze niet op. Zo kwam niet in de krant dat het team van de verdachten geen kickbokstraining had gekregen. Dat wekte het wantrouwen van sommige lezers. De verslaggeefster vindt dat ze juist heeft gehandeld. ‘Sinds wanneer moet ik in de krant schrijven wat nìet waar is?’ Geruchten en halve waarheden horen in principe niet in de krant thuis. Maar door het internettijdperk ligt die stelregel wel onder vuur. Het effect op de lezers was dat ze er achterdochtig van werden.
De journalist van nu werkt in een glazen huis. Vroeger zag de lezer alleen het eindproduct, nu heeft hij ook zicht op de bronnen die journalisten raadplegen en níét raadplegen en de selectie die de krant maakt. Daar is (altijd) kritiek op mogelijk. En die kritiek komt via de mailbox dagelijks in grote hoeveelheden binnen. Volkskrantjournalisten hebben volgens mij onderhand meer kritiek te verduren van de lezers dan van hun hoofdredacteur.
De journalist van nu is ook onderdeel van een behoorlijk agressief publiek debat. Iedereen met een toetsenbord kan eraan meedoen, geeft zijn mening, maakt nieuwe feiten publiek of bedrijft – al dan niet openlijk – propaganda. Het vertrouwen dat de krant uit deze overdaad aan informatie de juiste selectie maakt, is weg. Net zoals de patiënt er niet langer blind op vaart dat de dokter altijd de juiste pil voorschrijft.
Op de redactie van de Volkskrant wordt verschillend gedacht over hoe om te gaan met de informatiestroom op de sociale media. Voor sommigen blijft het melden van internetgeruchten taboe. Want met het ontmaskeren van valse geruchten, geeft de krant er ongewild toch ruchtbaarheid en wellicht zelfs extra gewicht aan. De lezer moet er maar op vertrouwen dat feiten die niet in de krant staan niet juist zijn of niet relevant.
Anderen wijzen op de toenemende mondigheid van de lezer. Die laat zich niet meer door de krant voorschrijven wat wel of niet relevant is. Die pikt het niet als de krant debatten in de nieuwe media negeert. Die wil duiding van de krant – ook als de krant de feiten nog niet allemaal op een rij heeft.
De hoofdredacteur wil aan die wensen van lezers tegemoet komen. ‘We moeten alle vragen beantwoorden die bij lezers leven. Anders geven we sommigen het onaangename gevoel dat we iets wegmoffelen. Het kan in kwesties als rond de grensrechter juist een nuttige taak zijn voor de krant om wilde geruchten na onderzoek te nuanceren. Het is verhelderend om expliciet te beschrijven welke dingen we nog niet weten.’
Het is nog zoeken naar een nieuwe rol in het veranderende medialandschap, zonder afbreuk te doen aan de hoofdtaak van de krant: de zin en onzin van elkaar te scheiden. Maar dat de rol van de krant verandert, staat buiten kijf.
De lezer wil duiding, ook als de krant nog niet alle feiten kent.
Margreet Vermeulen is ombudsvrouw van de Volkskrant